Een rhododendron planten doe je best op een plaats met lichte schaduw, die vooral beschermd wordt tegen de middagwarmte. Een noordelijke georiënteerde plaats lijkt ideaal. De rhododendron planten houden ook van vochtige, goed gedraineerde en zure grond.
Haal de rhododendron planten uit de groeicontainer en dompel de wortels gedurende een uur onder in een emmer water. Daarna snijdt u de langste wortels af en maakt een gat van ongeveer een meter diameter. De diepte moet aangepast worden aan de plant, zodanig dat de wortelkluit gelijk komt met de bovenkant van de grond.
Mulch de grond rond de rhododendron ongeveer 2 tot 3 centimeter diep met dennennaalden. Dit zal de grond vochtig houden en ook de zuurtegraad van de grond verhogen. Zorg ervoor dat de grond rond de plant nooit volledig uitdroogt. Geef in het voorjaar een gemengde meststof, die geen kalk bevat.
Knijp de langste stengels weg bij het begin van de lente om de groei van nieuwe scheuten te bevorderen. Daarna moet u de snoei van de rhododendron planten zoveel mogelijk vermijden en de rhododendron planten zoveel mogelijk natuurlijk laten ontwikkelen om de bloei te bevorderen.